Het is misschien wel het lastigste onderdeel in de samenwerking: feedback geven. Je vindt het misschien wel moeilijk om die stille collega te zeggen wat je echt vindt, maar je wilt hem toch ook niet kwetsen? Daarnaast kan feedback ontvangen ook moeilijk zijn. Je kan er erg onzeker van worden, want ‘Ik had toch zo mijn best gedaan?’ Allemaal lastige situaties in de samenwerking, waar je eigenlijk snel vanaf wil. In dit blog geven we je 4 tips over hoe jij een ster wordt in (subtiele) feedback geven én ontvangen.
Eerlijkheid
Als eerst zullen we ingaan op het feedback geven. Deze tip ligt misschien een beetje voor de hand, maar wordt in de praktijk vaak als moeilijk beschouwd. Tip 1 luidt als volgt: wees gewoon eerlijk! Medewerkers zijn vaak heel positief over elkaar. Op zich logisch; je wilt een positieve relatie. Maar besef je goed wat het doel is van feedback geven: je helpt iemand – en daarmee de organisatie – om beter te worden. Goede feedback geeft iemand inzicht in zijn of haar eigen gedrag, wat zorgt voor groei en ontwikkeling. Door eerlijk te zijn, help je de ander vooruit. Het is uiteraard wel belangrijk om je feedback op een positieve manier te brengen: iedereen wil graag een goede professional zijn en ‘kunnen verbeteren’ betekent ook dat je (nog) niet perfect bent. Hoe beter je jouw feedback brengt, hoe groter de kans dat iemand het aanneemt en zijn gedrag daadwerkelijk verandert.
Het 3G model
Bij het (subtiel) overbrengen van negatieve feedback kan het 3G model je helpen. De 3 G’s staan voor huidig Gedrag, Gevolg en Gewenst gedrag. Je begint natuurlijk aan het begin. Vertel deze persoon wat zijn of haar huidige gedrag is, en wat voor gevolg dat heeft. Vaak is deze persoon hier niet (voldoende) van bewust, en dit kan al heel veel ophelderen. Vervolgens leg je uit wat het gewenste gedrag is. Je kan eventueel ook nog uitleggen wat het gewenste gedrag voor gevolgen heeft. Let op: vaak weten mensen heel goed welk gedrag gewenst is. Het is dus belangrijk dat je niet met tips gaat strooien, maar de persoon in kwestie zelf laat bepalen welk gedrag er gewenst is. Als het maar helder is welk probleem er opgelost moet worden, is het goed.
Openheid
Nu gaan we over op het ontvangen van feedback, want dat is ook makkelijker gezegd dan gedaan. Ten eerste is openstaan voor feedback erg belangrijk. Veel mensen zien het als een soort aanval, een sneer van een collega of medemens. Vaak is feedback echter bedoeld als een steuntje in de juiste richting, om grotere fouten in de toekomst te voorkomen. Ik weet nog goed dat mijn mentor een paar jaar geleden zei: feedback is een harde knuffel. Het is goed bedoeld, maar het kan ook soms hard aankomen. Laat ook aan de ander weten dat je zelf openstaat voor feedback. Dit doe je door goed en aandachtig te luisteren naar je collega’s, en de feedback niet probeert goed te praten. Bedank je collega juist voor de gegeven feedback, en geef aan dat je er mee aan de slag zult gaan. Ieder mens maakt namelijk fouten, en we kunnen allemaal leren, toch?
Praktijk!
Daarna is het natuurlijk wel de bedoeling dat je ook iets met de gekregen feedback gaat doen. Neem bijvoorbeeld heel even een momentje om de feedback te laten bezinken, en te bedenken hoe je het bijvoorbeeld anders kunt gaan doen. Als het je helpt, kan je een kleine planning maken om naar het gewenste doel toe te werken. Is de feedback gericht op iets wat je op langere termijn moet veranderen? Neem dan de tijd en laat ook anderen weten dat je daar mee bezig bent. Andere collega’s kunnen je dan wellicht helpen bij de overgang en tips geven over hun eigen ervaring. Samen sta je sterk!
Ik hoop dat je na dit blog een beter beeld hebt op het geven en ontvangen van feedback. Als het goed is heb je door dat feedback niet lastig en vervelend hoeft te zijn, maar juist heel leerzaam! Wees ervan bewust dat je nooit te oud bent om te leren, hoe lang je ook al in het vakgebied zit. Leer van elkaar, daar word je sterk van!
Ben je benieuwd naar onze training over feedback geven en ontvangen? Klik hier voor meer informatie!