In mijn 16 jaar als docent in het mbo bakkerij onderwijs heb ik honderden leuke interessante studenten mogen begeleiden. Verschillende van deze studenten zullen mij nog jaren mooie herinneringen geven. Zo ook Noradin.
Bij het begeleiden richt ik mij (on)bewust op de zdt. (zelfdeterminatie theorie volgens Ryan en Deci) In het onderstaande verhaal zal ik de 3 psychologische basisbehoeften (verbondenheid, competentie en autonomie) aanstippen. Hierdoor wordt het achteraf wellicht duidelijker hoe dit soort successen kunnen ontstaan.
Noradin
Bij onze eerste ontmoeting tijdens een verlate intakegesprek werd mij al snel duidelijk dat Noradin weinig succesvolle ervaring had bij andere opleidingen in het mbo. De bakkerijopleiding was zijn 4de poging om een diploma op mbo niveau 2 te halen. Hij kwam enorm onzeker over (ontbreken van competentie) en maakte niet echt contact met mij tijdens het gesprek. (ontbreken van verbondenheid).
Vaak gaf zijn broer als eerste een antwoord op mijn vragen. Natuurlijk deed de broer dit met de beste beschermende bedoelingen maar dit zorgt vaak wel voor aangeleerde hulpeloosheid (missen van eigenaarschap en verantwoordelijkheid). Ik richt mij dan bewust op de student en leg ouders/verzorgers uit dat ik graag in gesprek ben met de student in kwestie. Ondanks dat het moeilijk is voor Noradin was het, voor ons beide, van belang dat hij zelf het gesprek voerde. (om verbondenheid met elkaar te creëren) Natuurlijk met zijn broer naast hem als hulplijn.
Noradin had nog niet echt een beroepsbeeld en dat is toch wel een risico voor het succesvol afronden van de opleiding. Wist Noradin wel echt aan welke opleiding hij ging beginnen en waren de verwachtingen die de branche aan werknemers stelt hem wel bekend. Ik gaf hem het advies om een snuffelstage van 2 werkdagen te volgen bij een bakkerij. Daarna zou een tweede gesprek volgen. Noradin vond dit wel heel erg spannend maar heeft het ondanks dat wel geregeld. (met hulp van zijn broer ;-))
Met enige trots vertelde Noradin (gevoel van competent zijn), tijdens ons tweede gesprek, dat het was bevallen en dat hij graag de opleiding wilde beginnen. Natuurlijk heb ik hem gecomplimenteerd (op zijn karakter) en uitgesproken dat ik het erg knap vond dat hij zijn angst en onzekerheid op dit punt had overwonnen. Bovendien had Noradin een stukje doorzettingsvermogen laten zien met als gevolg groen licht om de opleiding te kunnen starten.
Een aantal weken later
Samen met een collega maakte ik vlak voor de kerstdagen 500 kerstkransjes voor de samenzang met docenten en studenten die we jaarlijks ROC breed houden. We waren op dat moment het gekleurde suikerlaagje aan het opspuiten. Noradin had zojuist zijn praktijkles afgerond en stond op een afstandje naar ons te kijken. “Zo dan meneer dat doen jullie snel en mooi zeg, ik zou willen dat ik dat ook kon”.
Ik: “Hey Noradin, hoe is het man, gaat het goed met je en met je opleiding? Zeg…… zou je het ook even willen proberen?, kom pak de spuitzak maar over”.
Noradin: “Nee meneer, dat kan ik toch niet. Zo snel en netjes lukt het mij echt niet hoor”.
Verlegen en met een onzekere houding stapt Noradin achteruit. Ik stop op dat moment even met werken en start een kort gesprek (verbondenheid creëren) waarbij ik Noradin uitleg dat ik dit werk al 30 jaar doe. Dat ik ook nog wel eens een minder mooi koekje maak. Dat ik het zo vlot kan door uren en uren oefenen. Dat hij niet zo snel hoeft te zijn en dat ik hem graag even wil helpen. We hebben zeker een aantal koekjes te veel gemaakt dus het zou niet erg zijn wanneer er een paar niet zo goed lukken.
“Weet je Noradin, je mag kiezen. (autonomie) Of je kijkt nog even hoe wij het doen of je pakt ook een spuitzak en je oefent gezellig mee. Zeg het maar …….wat zou je graag willen?” (keuzes mogen maken = autonomie)
Noradin twijfelt zichtbaar. Hij wil eigenlijk wel maar zijn onzekerheid heeft nog de overhand. Ik help hem een beetje bij de keuze. Wel veilig en geef de ruimte om (nog) niet in actie te komen.
“Kom maar naast mij staan vriend, zo houd je de spuitzak vast” en “Zo is jouw lichaamshouding het best”, “Samen lukt het ons wel” (drempel verlagen, vertrouwen geven op dat het kan lukken)
Aarzelend pakt Noradin de spuitzak over. Bij de eerst paar koekjes begeleid ik zijn handen en de spuitzak. Na een aantal koekjes laat ik de spuitzak los en Noradin gaat voorzichtig verder. Hij doet enorm zijn best. Wat zweetdruppeltjes verschijnen op zijn voorhoofd. Eigenlijk meer van de stress dan van de lichamelijke inspanning.
Ik: “Noradin ondanks dat je het spannend vindt, doe je wel enorm je best man!” “Zie je dat het hartstikke goed gaat!” “Het lukt je steeds beter!”. (competent voelen)
Noradin groeit. Hij krijgt een andere non-verbale uitstraling. Hij lacht en straalt van trots.
“Meneer, kijk dan wat een mooie koekjes ik opgespoten heb! Mag ik nog wat langer blijven om te helpen meneer?” (autonomie, competent, verbondenheid)
Ik: “Jazeker mag dat. Maar heb jij geen andere lessen meer Noradin?”
Noradin: “Jawel meneer”
Ik: “Oké, hoe ga je dat dan organiseren?” (verantwoordelijkheid over zijn eigen leren geven)
Noradin: “Mag ik aan de docent van rekenen vragen of ik wat langer in de bakkerij kan meehelpen?”
Ik: “Prima idee Noradin, daar heb je goed over nagedacht.” (Competent voelen)
Noradin werkt nog twee uurtjes met ons mee. Hij helpt met inpakken en schoonmaken. Hij heeft het erg naar zijn zin. Vertelt een en ander over thuis en wordt steeds losser in zijn gedrag. Hij vertelt voor het eerst echt een doel te hebben in zijn leven. En dat hij er alles aan gaat doen om dit diploma te halen. (verbondenheid, competent en autonomie)
Vervolg van zijn opleiding
Noradin heeft het nog best lastig gehad tijdens momenten van zijn opleiding. Hij heeft nog een aantal keer bij mij aangeklopt om een gesprekje te voeren. Hij vertelde dat hij zich bij mij veilig voelde (verbondenheid): “Ik mag dingen bij u fout doen meneer Brandwijk. U kijkt altijd samen met mij naar oplossingen. Ik vind het ook fijn dat u mij zelf laat nadenken over andere manieren of hoe ik bijvoorbeeld mijn foute keuzes kan herstellen. Ik krijg daar vertrouwen van. Zelfs toen we samen een keer onenigheid hadden kwam het een aantal dagen later weer goed. Ik durfde dan toch weer bij u aan te kloppen.” (verbondenheid, competent, autonomie ervaren)
Na twee jaar en 3 maanden heeft hij zijn diploma niveau 2 behaald en hij werkt nu met plezier bij een bakkerij in Den Haag.
Tijdens de diplomering heb ik dit verhaal in een verkorte versie verteld. Zijn broer en moeder waren er ook. Vol trots deelde zij cadeautjes uit aan de docenten die Noradin hadden begeleid. Enorm gegroeid en met best veel zelfvertrouwen nam Noradin zijn diploma in ontvangst. Hij was ons dankbaar.
Ik vertelde dat hij vooral trots kan zijn op zichzelf. Dat hij kansen had aangepakt en dat hij hard gewerkt had zelfs toen het even niet zo lekker ging. Dat ik veel respect heb voor personen zoals Noradin. Die het best moeilijk kunnen hebben maar wel knokken om hun doel te behalen.
Wat een dankbaar en mooi beroep heb ik toch. En de rode draad is in mijn beleving de zelfdeterminatietheorie. Bewust handelen naar de drie psychologische basisbehoeften voor een intrinsiek gemotiveerd persoon.
Cor Brandwijk
Docent MBO
Trainer/coach September Onderwijs