Het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) komt eraan! Een welkome bijdrage, maar misschien vraag je je wel af: waar kan ik deze subsidie nu het beste in investeren? Ook wij ontvingen veel vragen van schooldirecteuren over het NPO. Maar wie kan deze vragen nu beter beantwoorden dan de leerlingen zelf? Juist! Wil jij weten wat middelbare scholieren Bas, Lize en Yara in gedachten hebben? Je leest het in deze blog!
Ten eerste: wat houdt het Nationaal Programma Onderwijs eigenlijk in? Om leerlingen tegemoet te komen in de ontwikkelachterstanden die ze hebben opgelopen vanwege de coronacrisis, komt het kabinet met het ‘Nationaal Programma Onderwijs’. Hiervoor wordt er in totaal 8,5 miljard euro gereserveerd voor trajecten die gericht zijn op het herstel en ontwikkeling van het onderwijs, maar ook voor het inhalen en compenseren van de opgelopen vertraging.
Een aantal schoolleiders die wij spraken, gaven aan dat ze geïnteresseerd waren in Inhaal en- ondersteuningsprogramma’s: denk hierbij bijvoorbeeld aan leerachterstand- en bijspijkertrajecten. Anderen gaven juist aan te willen investeren in de Professionalisering en ontwikkeling van het personeel, zoals het omscholen van pedagogisch medewerkers zodat ook zij optioneel voor de klas kunnen staan.
Lize (16 jaar) denkt dat investeren in inhaal- en ondersteuningsprogramma’s een prima plan is. “Ik merk echt dat ik en mijn klasgenoten qua stof gewoon erg achterlopen. We hebben afgelopen jaar veel lessen gemist, waardoor veel leerlingen er slecht voorstaan. Dat ga je niet zomaar inhalen met een training voor docenten”.
Bas (17 jaar) denkt daar echter heel anders over. “Ik denk juist dat dat de oorzaak is van de achterstand van leerlingen. Docenten moesten in 1 klap online les gaan geven, en veel waren technologisch nog niet zo ver om een goede online presentatie te kunnen geven. Er waren altijd technische problemen, waardoor we uiteindelijk veel tijd zijn verloren”.
Maar wat is dan wel een goed idee? Lize: “Ik denk dat het belangrijk is om te investeren in beide partijen. In eerste instantie betere begeleiding voor leerlingen die er slecht voorstaan. Zij verdienen ook een eerlijke kans. Daarnaast klinken bijspijkertrajecten ook goed. Dat biedt in ieder geval de mogelijkheid om in een korte tijd met zoveel mogelijk stof weer bij te lopen”. Bas: “Aan de andere kant dus ook cursussen voor het personeel. Om ons zo snel mogelijk bij te spijkeren, is het wel belangrijk dat zij goed getraind zijn in hun vak. Alleen op die manier komen we samen weer uit de achterstand”.
Yara (18) zit op het MBO. Voor haar liggen de prioriteiten toch ergens anders. “Ik heb veel praktijklessen niet goed kunnen volgen vanuit huis. Ik studeer verpleegkunde, en dan zijn juist de vakgerichte lessen het belangrijkst! Nu de cijfers de goede kant op gaan mag ik weer halve dagen naar school, maar dat is nog niet genoeg. Ik denk dat het voor mij als MBO’er een stuk zou schelen als de praktijklessen die ik heb gemist, ingehaald kunnen worden. Met betrekking tot de subsidie denk ik dan eerder aan een investering gericht op het beter handhaven van de corona maatregelen, waardoor we weer de hele week naar school kunnen. Dat kan door bijvoorbeeld handgel, mondkapjes en sneltesten aan te bieden, of bijvoorbeeld door het afhuren van grotere locaties voor colleges. Op die manier kunnen studenten weer snel aan de slag, en kunnen we weer veilig naar school”.
Op één vlak zijn Bas, Lize en Yara het in ieder geval allemaal eens: extra bijles in de vakantie gaat hem zeker niet worden.
Meer weten over dit onderwerp?
Wil je meer weten over de opties voor het inzetten van het Nationaal Programma Onderwijs? Of wil je graag een keer praten over de mogelijkheden? Lees dan verder op deze pagina of neem contact met ons op!
Geschreven door: Leonie van Zutphen