Elke school wil het beste onderwijs bieden en ervoor zorgen dat leerlingen optimaal presteren. Maar hoe zorg je ervoor dat je als school goed presteert in de ogen van de Onderwijsinspectie? In deze blog kijken we naar de belangrijkste factoren die bijdragen aan goede leerresultaten en hoe scholen zelf hiermee aan de slag kunnen gaan.
Welke factoren dragen bij aan goede leerresultaten?
De kwaliteit van de lessen is van groot belang voor het leerproces van leerlingen. Daarom kijkt de Inspectie van het Onderwijs naar de leskwaliteit van verschillende scholen. Leerlingen moeten actief betrokken zijn en uitgedaagd worden om na te denken. Drie elementen spelen hierin een cruciale rol:
- Goede uitleg: Duidelijke, gestructureerde en uitdagende uitleg helpt leerlingen de stof beter te begrijpen.
- Oefen- en verwerkingsopdrachten: Door te oefenen en de stof actief te verwerken, wordt leren effectiever.
- Formatief handelen: Het geven van gerichte feedback en inzicht in het eigen leerproces maakt een groot verschil in leerprestaties.
Uit onderzoek blijkt dat scholen met hoge leerresultaten deze elementen consequent toepassen. Maar wat betekent dat concreet?
5 Kenmerken van effectieve lessen
De Inspectie van het Onderwijs heeft in samenwerking met de Universiteit Twente een instrument ontwikkeld om effectieve lessen te meten. Op basis van een literatuurverkenning naar effectief onderwijs is het lesobservatie-instrument ontwikkeld. Dit zijn de 5 kenmerken die van belang zijn voor het leren van leerlingen tijdens de les:
- Zelfregulerend leren: het tijdens de les aanleren van algemene leer- en studievaardigheden waarmee leerlingen zelf kunnen inschatten waar ze goed in zijn en waar ze in kunnen verbeteren.
- Lesklimaat: het klimaat waarin de les zich afspeelt; dit bepaalt in welke mate leerlingen zich veilig voelen en gestimuleerd worden om te leren.
- Klassenmanagement: de organisatie van de les die bepaalt of de lestijd efficiënt wordt benut, of regels en procedures duidelijk zijn en of deze bijdragen aan de actieve betrokkenheid van leerlingen.
- Instructie: de aansturing van het leerproces van leerlingen door de leraar aan de hand van een introductie, uitleg, begeleiding, oefeningen en feedback.
- Afstemming: de wijze waarop de les ertoe bijdraagt dat alle leerlingen, ondanks hun verschillen, profiteren van de les. De afstemming is beter als de leraar de verschillen kent en hier rekening mee houdt, dan wel zich erbij aansluit.
Een effectieve les in de praktijk
Een goede les begint met een helder doel: wat gaan de leerlingen leren en waarom is dat belangrijk? Aan het einde van de les komt de docent hierop terug, zodat leerlingen beter begrijpen wat ze hebben geleerd en hoe ze deze kennis kunnen toepassen. Dit helpt hen niet alleen bij het vak zelf, maar ook bij bredere vaardigheden zoals zelfstandig leren en plannen.
De uitleg wordt zowel mondeling als visueel aangeboden en in kleine, behapbare stappen verdeeld. Als het nodig is, gebruikt de leraar ondersteunend materiaal, powerpoints of schema’s om abstracte onderwerpen duidelijker te maken. De docent geeft voorbeelden tijdens de uitleg. Tijdens de les stelt de docent vragen die leerlingen aan het denken zetten en laat hij zien waarom een antwoord juist of onjuist is. Dit zorgt voor een beter begrip van de lesstof.
Verder is er voldoende tijd om te oefenen, bijvoorbeeld via zelfstandige verwerking of oefentoetsen.Spreiding van oefenmomenten is effectiever dan ‘stampwerk’. Actieve werkvormen, zoals presentaties of creatieve opdrachten, helpen de betrokkenheid te verhogen. Leerlingen willen weten waar ze staan en wat ze nog moeten verbeteren. Goede feedback helpt hierbij. Dit kan bijvoorbeeld door oefentoetsen te gebruiken en leerlingen te stimuleren om zelf hun leerproces te analyseren.
Deze didactische principes sluiten aan bij het Directe Instructie Model en varianten daarvan zoals het Expliciete Directe Instructie (EDI) model (Hollingsworth & Ybarra, 2015; Rosenshine, 2012; Schmeier, 2020), die bewezen effectief zijn in het in het verhogen van leerprestaties.
Wil je meer weten over het EDI-model? Lees dan onze blog Alles over Expliciete Directe Instructie (EDI).
Een positief schoolklimaat als voorwaarde voor succes
Naast didactische vaardigheden is een goed pedagogisch klimaat essentieel. Leerlingen presteren beter als ze zich veilig en gewaardeerd voelen. Dit betekent:
- Wederkerigheid: Een cultuur waarin leerlingen en docenten samenwerken en verantwoordelijkheid nemen.
- Nabijheid en betrokkenheid: Oprechte interesse van docenten in hun leerlingen.
- Duidelijke regels en structuur: Rust en orde in de klas draagt bij aan een positief leerklimaat.
Voor meer informatie over pedagogische handelen lees je onze blog over pedagogisch handelen in de klas.
Leiderschap en een professionele cultuur
Onderwijskundig leiderschap speelt een grote rol in scholen met hoge leerresultaten. Kenmerkend voor deze scholen is een cultuur van continue verbetering, waarbij:
- Er duidelijke kaders en doelen zijn.
- Docenten samenwerken aan onderwijsontwikkeling.
- Reflectie en evaluatie centraal staan.
Volgens het PISA-onderzoek (OECD, 2015) en de McKinsey-studie (2020) werken succesvolle scholen planmatig en sturen ze op kwaliteit door middel van gezamenlijke doelen, duidelijke verwachtingen en continue professionalisering

Bron: Inspectie van het Onderwijs
Wat controleert de onderwijsinspectie in het voortgezet onderwijs?
De onderwijsinspectie heeft criteria opgesteld om de kwaliteit van onderwijsinstellingen te beoordelen, de zogenaamde ‘waarderingskaders’. Ze geven scholen en besturen inzicht in waar ze aan moeten voldoen om goed onderwijs te bieden. In 2024 zijn er twee hoofdwaarderingskaders opgesteld:
Waarderingskader Besturen in het voortgezet onderwijs
Een goed functionerend schoolbestuur is cruciaal voor de kwaliteit van het onderwijs. De onderwijsinspectie beoordeelt daarom of besturen:
- Interne en externe belanghebbenden betrekken in een goed functionerende dialoog bij het ontwikkelen en bijstellen van beleid.
- Een duidelijke visie op kwaliteit hebben en hiervoor ambities en doelen hebben vastgesteld.
- Actief sturen op het behalen van deze doelen en waar nodig tussentijds bijsturen.
- Samen met de scholen zorgen voor een kwaliteitscultuur en de juiste randvoorwaarden bieden.
- Systematisch evalueren of de gestelde doelen worden bereikt en zich hierover verantwoorden.
- Interne en externe belanghebbenden betrekken in een goed functionerende dialoog bij het ontwikkelen en bijstellen van beleid.
Waarderingskader Scholen in het voortgezet onderwijs
Naast de rol van besturen kijkt de inspectie ook naar de scholen zelf. Hierbij worden vier hoofdgebieden beoordeeld:
1. Onderwijsproces (OP)
- Basisvaardigheden (OP0): Worden vakken als taal, rekenen en digitale vaardigheden voldoende beheerst door leerlingen?
- Aanbod (OP1): Sluit het onderwijsaanbod aan bij de behoeften van leerlingen en de wettelijke eisen?
- Zicht op ontwikkeling en begeleiding (OP2): Hoe worden leerlingen gevolgd in hun ontwikkeling en krijgen zij de juiste begeleiding?
- Pedagogisch-didactisch handelen (OP3): Hoe wordt er lesgegeven? Zijn de lessen activerend en passend bij de doelgroep?
- Onderwijstijd (OP4): Wordt voldaan aan de wettelijk vereiste onderwijstijd en is deze effectief ingericht?
- Afsluiting (OP6): Zijn de toetsing en examinering betrouwbaar en zorgvuldig ingericht?
2. Veiligheid en Schoolklimaat (VS)
- Veiligheid (VS1): Voelen leerlingen en personeel zich veilig op school?
- Schoolklimaat (VS2): Hoe is de sfeer binnen de school? Wordt er gewerkt aan een inclusieve en stimulerende leeromgeving?
3. Onderwijsresultaten (OR)
- Resultaten (OR1): Hoe presteren leerlingen op toetsen en examens?
- Sociale en maatschappelijke competenties (OR2): Worden leerlingen voorbereid op hun rol in de maatschappij en ontwikkelen ze de juiste sociale vaardigheden?
4. Sturen, Kwaliteitszorg en Ambitie (SKA)
- Visie, ambities en doelen (SKA1): Heeft de school een heldere visie en concrete doelen voor de onderwijskwaliteit?
- Uitvoering en kwaliteitscultuur (SKA2): Hoe wordt deze visie doorvertaald in de praktijk en wordt er gewerkt aan continue kwaliteitsverbetering?
- Evaluatie, verantwoording en dialoog (SKA3): Hoe reflecteert de school op haar prestaties en betrekt zij belanghebbenden bij verbeteringen?
Hoe vertaal je deze inzichten naar de praktijk van het voortgezet onderwijs?
Hier zijn enkele praktische tips om met bovenstaande aan de slag te gaan met controle van de onderwijsinspectie:
- Ontwikkel een duidelijke visie op onderwijs en betrek docenten bij het formuleren van doelen om draagvlak te creëren.
- Zorg dat docenten hoge verwachtingen van alle leerlingen hebben en dit ook laten zien.
- Focus op basisvaardigheden. Maak duidelijk waar de prioriteiten liggen. Te veel aandacht voorandere zaken werkt belemmerend, zorgt voor onduidelijkheid en verhoogt de werkdruk.
- Werk met vaste lesstructuren zoals het Expliciete Directe Instructie-model (EDI), om een goede basis van het onderwijs neer te zetten.
- Stimuleer zelfregulatie en betrek leerlingen actief bij hun eigen leerproces
- Investeer in kennisdeling en creëer professionele leergemeenschappen en ondersteun docenten met scholing.
- Gebruik continue evaluatie en feedback via lesbezoeken en collegiale reflectie.
- Integreer de PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act) volledig in de schoolorganisatie. Zorg dat alle verplichte documenten beschikbaar en up-to-date zijn. Evalueer dit ook regelmatig.
Tot slot: Benader een inspectiebezoek positief: het is een kans om te laten zien wat goed gaat en om waardevolle feedback te krijgen.
Het verbeteren van leerresultaten vereist een samenhangende aanpak waarbij effectieve lessen, een positief pedagogisch klimaat en sterk onderwijskundig leiderschap hand in hand gaan. Door gerichte keuzes en een professionele cultuur kunnen scholen de leerprestaties van hun leerlingen duurzaam verbeteren.
Meer weten?
- Meer informatie en concrete handvatten zijn te vinden in de publicaties Wijze Lessen, de NRO-publicatie over directe instructie, en het Onderzoekskader 2024 van de onderwijsinspectie.
- Lees het boek Expliciete Directe Instructie 2.0: Tips en technieken voor een goede les. Van John Hollingsworth & Silvia Ybarra. over EDI.
- In de Leidraad Onderwijs vanuit hoge verwachtingen lees je aanbevelingen voor hoge verwachtingen in de klas.
- Ben je geïnteresseerd in meer informatie over Expliciete Directe Instructie en hoe deze aanpak kan bijdragen aan effectief onderwijs? We hebben een uitgebreide blog geschreven waarin we alle facetten van het EDI-model bespreken, inclusief de achterliggende principes, praktische toepassingen en de voordelen voor zowel docenten als leerlingen. Lees Alles over Expliciete Directe Instructie (EDI) ontdek hoe je het EDI model kunt inzetten om het maximale uit je lessen te halen!
- of probeer het EDI-model eens uit in je eigen lessen! met onze praktijkgerichte training over EDI!
Cursus Expliciete Directe Instructie (EDI)
Wil jij weten hoe je het EDI-model toepast in jouw onderwijs? Onze training ‘EDI (Expliciete directe Instructie)‘ is bedoeld voor docenten en onderwijsprofessionals die leerlingen op een bewezen effectieve manier willen begeleiden. Deze incompany cursus is geschikt voor het hoger onderwijs, basisonderwijs en het voortgezet onderwijsniveaus.