Hoe pas je cognitieve gedragstherapie toe in het onderwijs?
Werk jij als mentor of zorgcoördinator in het onderwijs? Zou je graag je leerlingen die meer zorg nodig hebben, nóg beter willen begeleiden? Lees dan snel verder en ontdek hoe cognitieve gedragstherapie jou hierbij kan helpen.
De juiste begeleiding voor ieder kind
Veranderingen in het onderwijs hebben ervoor gezorgd dat kinderen met psychosociale problemen in het reguliere onderwijs blijven. Hierdoor is de druk op leerkrachten verhoogd. Vanuit het onderwijs komt dan ook steeds vaker de vraag hoe een leerkracht bijvoorbeeld moet handelen bij agressief of opstandig gedrag op school.
Op scholen wordt gebruik gemaakt van cognitief gedragstherapeutische kaders en technieken om het gedrag van leerlingen te sturen. In lesmethodes voor sociaal- emotionele vaardigheden zijn lessen opgenomen over ‘anders denken’. Denk bijvoorbeeld aan lesmethodes als ‘De Vreedzame School‘ en de ‘Kanjer Training’. Ook sociale vaardigheidstrainingen en faalangsttrainingen zijn vaak gebaseerd op de cognitieve gedragstherapie. Maar wat is nu precies deze cognitieve gedragstherapie?
Cognitieve gedragstherapie in het onderwijs
De cognitieve gedragstherapie gaat ervan uit dat leerlingen een ‘gekleurde bril’ kunnen dragen. Deze bril kan zorgen voor negatieve gevoelens, gedachten en gedrag bij de leerling. Door het toepassen van de cognitieve gedragstherapie leert de leerling deze negatievere gedachten anders te interpreteren. De leerling onderzoekt hoe de gedachten samenhangen met de eigen gevoelens en gedrag. Vervolgens leert de leerling de gedachten die negatievere gevoelens geven om te buigen naar gedachten waar ze zich fijner en blijer door voelen. Leerlingen leren daardoor beter het verband te zien tussen wat ze denken, voelen en doen. En ontdekken zo dat hoe je je voelt en wat je denkt van invloed is op wat je uiteindelijk doet.
Een voorbeeld van een niet-helpende gedachte
Je wil graag afspreken met een vriend, maar je vriend reageert dat hij geen zin heeft. Vervolgens denk je: ‘Heb ik iets verkeerds gedaan? Hij mag mij zeker niet meer.’ Een mogelijk gevolg is dat je je er vervelend door voelt en dat je je vriend in het vervolg uit de weg gaat. De gedachten helpen je niet verder en kunnen zorgen voor negatievere gevoelens en gedrag.
Gedachten onder de loep
In bovenstaand voorbeeld denk je dat je vriend je niet meer mag, omdat hij aangeeft geen zin te hebben om af te spreken. Voorbeelden van helpende gedachten in deze situatie zouden kunnen zijn: ‘Jammer dat hij nu niet af wil spreken, volgende keer beter.’ Of: ‘Hij heeft zijn rust nodig. Dat heb ik ook wel eens.’
Veel gedachten komen onbewust en automatisch in iemand op. Deze verschillende gedachten leiden allemaal tot verschillende gevoelens. De situatie hierboven is precies hetzelfde, maar de gedachten en gevoelens zijn anders. Gedachten die je prettige of neutrale gevoelens geven zijn ‘helpende gedachten’.
Maar wat als je vriend je bewust afwijst? Dan is dat vervelend, maar nog steeds geen ramp. Mensen die echt van je houden blijven naast je staan. Ook dat kan een helpende gedachten zijn.
Hulp nodig bij cognitieve gedragstherapie in het onderwijs?
Bij September leren wij je graag verschillende cognitieve gedragstherapeutische technieken waar je leerlingen op de juiste manier mee kan begeleiden. Bij een incompany training vertalen we de cultuur, doelstellingen en uitdagingen van jouw school naar een ontwikkeltraject op maat. We stellen samen je trainingsprogramma vast, zodat deze altijd past bij de ontwikkelvragen van jouw team. Na de training kan jij bijdragen aan een beter zelfbeeld, identiteitsgevoel en competentie van de leerling. Neem voor meer informatie gerust contact met ons op!