✓ Beoordeeld met een 8,9

✓ 10+ jaar ervaring

✓ CRKBO & NRTO gecertificeerd

Gemiddelde
beoordeling

8.9

De essentie van formatief handelen: vijf principes die het verschil maken | Blog

Formatief handelen is inmiddels een begrip dat stevig verankerd is in het onderwijs. Toch blijkt in de praktijk dat het toepassen ervan minder vanzelfsprekend is dan het klinkt. Veel docenten experimenteren met feedbackvormen, portfolio’s of tussentijdse toetsen, maar vragen zich af: doen we het wel op de juiste manier?

Onderzoek laat zien dat het succes van formatief evalueren niet schuilt in losse werkvormen of instrumenten, maar in de manier waarop docenten en studenten samen betekenis geven aan leren. Dylan Wiliam en Paul Black (1998) stellen in hun invloedrijke publicatie Inside the Black Box: “Improving learning through assessment depends on how assessment information is used, not on how it is collected.”

Met andere woorden: het gaat niet om het verzamelen van data, maar om wat je ermee doet. Deze vijf principes vormen de kern van wat wérkt bij formatief handelen; onderbouwd door onderzoek én vertaald naar de dagelijkse praktijk.


1. Formatief handelen begint met een helder leerdoel

Formatief handelen is pas effectief als studenten precies weten waarom ze leren en waarnaartoe ze werken. Zonder een helder leerdoel wordt feedback willekeurig en reflectie betekenisloos.

John Hattie (2009) benadrukt dat duidelijke leerdoelen en succescriteria tot de meest krachtige invloeden op leren behoren. Studenten die begrijpen wat van hen wordt verwacht, kunnen beter inschatten waar ze staan en wat ze nog moeten doen.

In de praktijk betekent dat: niet alleen het leerdoel formuleren, maar het ook samen met studenten verkennen. Wat betekent bijvoorbeeld “een goed verslag” of “een overtuigende presentatie” eigenlijk? Door voorbeelden te analyseren, criteria zichtbaar te maken en verwachtingen expliciet te bespreken, geef je richting aan leren.

Een concrete toepassing: laat studenten een checklist maken van wat ze in een project willen bereiken. Bespreek deze checklist in groepjes en koppel het terug aan het lesdoel. Zo verandert formatief evalueren van een meetmoment in een leerkompas dat leerlingen en studenten richting geeft en eigenaarschap versterkt.


2. Leren zichtbaar maken is een gezamenlijk proces

Een tweede principe van formatief handelen is het voortdurend verzamelen van informatie over leren. Niet om te beoordelen, maar om te begrijpen.

Margaret Heritage (2010) beschrijft dit als het creëren van “evidence of learning”: signalen die laten zien hoe een student denkt, redeneert en vooruitgaat. Dat kan op allerlei manieren: door observatie, gerichte vragen, korte check-ins of peerfeedback.

Belangrijk daarbij is dat deze informatie niet alleen door de docent wordt verzameld. Studenten spelen zelf een actieve rol door te reflecteren op hun leerproces. Zo ontstaat een gedeeld beeld van leren, waarop zowel docent als student formatieve beslissingen kan baseren. In de praktijk verschuift de vraag van “Wat weet mijn student nog niet?” naar “Wat heeft mijn student nodig om verder te komen?”

Een voorbeeld: tijdens een groepsopdracht lopen studenten rond met een korte checklist waarin ze noteren wat ze al beheersen en waar ze hulp bij nodig hebben. De docent gebruikt deze informatie om gericht te coachen, terwijl studenten tegelijkertijd reflecteren op hun eigen ontwikkeling. Deze gezamenlijke aanpak vergroot niet alleen inzicht, maar ook motivatie en betrokkenheid. Die verschuiving ‘van meten naar begrijpen’ vormt de kern van formatief handelen.


3. Feedback is pas waardevol als ze tot actie leidt

Feedback is een van de krachtigste instrumenten in onderwijs. Hattie’s Visible Learning (2009) toont aan dat feedback een gemiddelde effectgrootte heeft van 0.73, een van de hoogste in zijn overzicht van meer dan 800 onderwijsinterventies. Niet elke vorm van feedback werkt echter even goed. Feedback is pas effectief wanneer deze leidt tot actie, reflectie of verandering. Binnen formatief evalueren is feedback geen eindpunt, maar een tussenstation. Ze helpt de student begrijpen waar hij of zij staat ten opzichte van het doel, en welke volgende stap nodig is.

Effectieve feedback heeft drie kenmerken:

  1. Het is concreet (gericht op gedrag of strategie, niet op persoon).
  2. Het is toekomstgericht (“Wat kun je nu proberen?” in plaats van “Wat ging fout?”).
  3. Het vindt in dialoog plaats, niet eenzijdig.

In de praktijk werkt dat het best in kleine, frequente momenten: een kort gesprek tijdens een oefening, een notitie op een concept of een observatie tijdens een groepsopdracht. Ook digitale tools kunnen ondersteunen, bijvoorbeeld door studenten direct gerichte vragen te laten beantwoorden of korte feedback te geven op elkaars werk.

Een casus: een student worstelt met het schrijven van een onderzoeksverslag. In plaats van alleen een cijfer te geven, noteert de docent drie concrete aandachtspunten en bespreekt die in een kort individueel gesprek. De student weet precies wat hij de volgende keer kan aanpassen, en kan dit direct oefenen. Feedback wordt zo onderdeel van leren, niet van beoordelen.


4. Eigenaarschap van de student is de motor van ontwikkeling

Formatief handelen heeft pas echt impact als studenten zelf eigenaar worden van hun leren. Volgens Black & Wiliam (2009) vergroot eigenaarschap niet alleen de motivatie, maar ook de kwaliteit van leren zelf.

Dat betekent dat studenten leren reflecteren, doelen stellen en hun eigen voortgang beoordelen. In plaats van af te wachten wat de docent zegt, ontwikkelen ze een metacognitieve houding: nadenken over hun leren, keuzes maken en verantwoordelijkheid nemen.

In de klas kan dit concreet vorm krijgen door:

  • studenten zelf succescriteria te laten formuleren;
  • peerfeedback te organiseren waarbij studenten elkaar feedback geven;
  • regelmatige reflectiemomenten in te bouwen waarin studenten evalueren wat ze geleerd hebben en wat hun volgende stap is.

Een voorbeeld: na een serie presentaties vullen studenten een korte vragenlijst in: wat ging goed, wat kan beter en wat is hun persoonlijke leerdoel voor de volgende opdracht? Deze inzichten worden besproken in kleine groepjes, waarna de docent aanvullende tips geeft. Zo ontstaat een cyclisch proces van leren, reflecteren en verbeteren.

Wanneer studenten zich bewust worden van hun eigen groei, verschuift de rol van de docent van beoordelaar naar coach. Formatieve evaluatie wordt dan niet voor de student gedaan, maar mét de student. Dat is precies wat leren duurzaam maakt.


5. Formatief handelen vraagt om een collectieve cultuur

Het laatste principe is misschien wel het meest bepalend voor blijvende verandering: formatief handelen is geen individuele techniek, maar een teamcultuur.

De OECD (2021) benadrukt dat scholen die succesvol formatief werken, investeren in gezamenlijke professionalisering en gedeelde taal over leren. Docenten ontwikkelen samen leerdoelen, bespreken elkaars lessen en leren van praktijkvoorbeelden. Binnen zulke leergemeenschappen wordt reflectie normaal en feedback vanzelfsprekend. Niet alleen tussen docent en student, maar ook tussen collega’s.

Een voorbeeld: een MBO-school organiseert wekelijks korte “feedbackrondes” waarin docenten elkaars lesobservaties bespreken, succesverhalen delen en brainstormen over verbeterpunten. Hierdoor ontstaat een gedeeld beeld van effectief formatief handelen en voelt niemand zich alleen verantwoordelijk voor verandering. Formatief handelen vraagt dus niet alleen om didactische vaardigheid, maar om collectieve visie. Pas als het hele team formatief denkt, kan de cultuur van leren werkelijk groeien.


Tot slot

Formatief handelen en formatief evalueren zijn geen losse methodes, maar fundamentele manieren van kijken naar leren. Ze vragen om helderheid in doelen, zicht op leerprocessen, betekenisvolle feedback, eigenaarschap van studenten en een lerende cultuur onder docenten.

Zoals Wiliam (2011) stelt: “Every teacher can improve, not because they are not good enough, but because they can be even better.”
En precies dat is de kern van formatief handelen; niet streven naar perfectie, maar naar groei. Door deze vijf principes in praktijk te brengen, ontstaat onderwijs waarin leren zichtbaar wordt, feedback waardevol is, en studenten zélf richting leren geven. Dat is de essentie van formatief handelen dat echt werkt.


Bronnen

  • Black, P., & Wiliam, D. (1998). Inside the Black Box: Raising Standards Through Classroom Assessment. Phi Delta Kappan.
  • Hattie, J. (2009). Visible Learning: A Synthesis of Over 800 Meta-Analyses Relating to Achievement. Routledge.
  • Heritage, M. (2010). Formative Assessment: Making It Happen in the Classroom. Corwin Press.
  • OECD (2021). Formative Assessment in Practice: Lessons from OECD Countries. OECD Publishing.
  • Wiliam, D. (2011). Embedded Formative Assessment. Solution Tree Press.

Wil je formatief handelen écht in de klas toepassen?

Ontwikkel je vaardigheden in formatief handelen en leer hoe je studenten beter betrekt bij hun eigen leerproces. Onze training biedt praktische tools, bewezen strategieën en directe toepassing in jouw lessen. Bekijk de training formatief handelen en vraag vrijblijvend informatie bij ons op.

Gerelateerde trainingen

Incompany traject in het kort

Verkenning van de ontwikkelsituatie in jouw organisatie of team

Flexibele samenstelling van intern programma in goed overleg

Combinatie van teamtrainingen en individuele coaching

Praktijkgerichte oefeningen met werkplezier

Vraag onze brochure aan

Bekijk ons cursusaanbod

Verhalen uit het onderwijs

Coachtechnieken en werkvormen

Misschien vind je dit ook interessant?