“Wat het meeste helpt is dat we met collega’s over dit onderwerp spreken in de personeelsruimte.” Dave en Vince zijn beide werkzaam als docent op het Leidsche Rijn college in Utrecht. We spraken met hen over hun ervaring over de training Didactisch Coachen.
Dave Coenen is docent Duits en coördinator leerlingzaken voor 3 HAVO op het Leidsche Rijn College
Praten over de kwaliteit van je onderwijs
Dave: “Toen werd aangekondigd dat we de training Didactisch Coachen konden volgen op school was ik direct enthousiast en gemotiveerd om van start te gaan. Ik koos voor de medium variant, wat een praktische keus was omdat ik dacht dat ik daar voldoende uit zou halen. Wat ik fascinerend vond aan de bijeenkomsten was dat we als het ware ‘gedwongen’ werden om met collega’s die je misschien wat minder spreekt, te praten over de kwaliteit van je onderwijs. Zaken als, wat doen we goed en wat doen we minder goed werden uitgebreid besproken. Hier valt ontzettend veel winst te behalen! Het meeste heb ik gehad aan de terugkomsessie.”
Vince Oonk is docent Aardrijkskunde en mentor in verschillende klassen. Hij is veel bezig met onderwijs over duurzaamheid op school.
Coachend lesgeven
Vince: “De behoefte om met collega’s over onderwijs te praten is bij mij altijd heel sterk en naar mijn mening ook nodig. Het is een uitstekend middel om een gezamenlijk doel te bereiken. Als school kiezen we steeds meer de koers richting het coachend lesgeven en zijn daarbij ook aan het nadenken om de school wat anders te gaan organiseren. De training Didactisch Coachen was breed gedragen en smaakte naar meer, dit was erg opvallend bij de laatste sessie. Je bent zo gewend om dingen op een bepaalde manier te doen, tot je wat andere manieren en zienswijzen krijgt aangeboden. Door het coachend lesgeven zijn er verschillende inzichten naar voren gekomen waardoor je dingen anders gaat doen en je als het ware opnieuw leert lopen. In eerste instantie is dat even een investering, maar later gaan we oogsten. Na de training is er wel weer een en ander weggezakt, maar toen we laatst wat herhaling kregen zijn bepaalde zaken weer helemaal opgefrist. Toen merkte ik echt dat je vaak moet blijven oefenen om dingen echt in de vingers te krijgen.”
“Je moet vaak blijven oefenen om dingen echt in de vingers te krijgen.”
Eerst op de relatie zitten
Dave: “Ik ga eens even lekker Duits geven aan die kinderen, zin in!” dacht ik heel naïef als zijinstromer. Nieuwtje 1: ze hebben geen zin in Duits. Nieuwtje 2: je bent veel meer bezig met het gedragsaspect, het ‘opvoeden’. Dat bevalt mij heel goed, maar ik kan me ook voorstellen dat dit een element kan zijn waardoor andere docenten na een paar jaar kunnen denken: laat maar. Je wordt, in mijn geval opgeleid om de Duitse taal te gaan geven en die taal ga je je dus eigen maken. Er wordt zeker aandacht besteed aan de rest, maar op de hogescholen en universiteiten krijgen we vooral aangeleerd: de taal is de voertaal, dus wij moeten Duits praten tegen de kinderen. Dan ga je voor de klas staan en kom je erachter dat de leerlingen nog nooit een woord Duits hebben gehoord en geen idee hebben hoe en wat. Dus je moet eerst op de relatie gaan zitten en daarna hopen dat ze wat woordjes gaan leren.”
Zelf in charge
Vince: “Ik probeer de leerlingen echt zelf in charge te krijgen en hen te laten voelen dat zij degene zijn die de stappen moeten zetten. Het kan soms verleidelijk zijn om dingen al in te vullen en snel vragen te beantwoorden, maar als je coachend werkt is het juist niet wenselijk om dat te doen. Ook probeer ik nu andere vragen te stellen; open vragen in plaats van gesloten. Daarbij wil je met je vraagstelling ook wat dieper reiken om leerlingen te laten reflecteren op andere vlakken. Waar komt iets vandaan, waarom kom je ergens niet toe en wat zit erachter? ‘Wat denk je dat verstandig is om te doen?’ ‘Waar loop je tegenaan?’ zijn voorbeelden van vragen die ik nu vaak probeer in te zetten. Het vak is een geweldig middel, maar je bent vooral bezig met de ontwikkeling van de leerling.
“Het vak is een geweldig middel, maar je bent vooral bezig met de ontwikkeling van de leerling.”
Tijd investeren
Dave: “Wat mij vooral is bijgebleven uit de training Didactisch Coachen, is dat je tijd moet investeren. Dat kan aan twee kanten, namelijk door je lessen heel goed voor te bereiden, of juist veel tijd en effort te steken in de les zelf, maar dit laatste is vaak reactief in plaats van actief. Ik bereidde mijn lessen altijd wel voor, maar niet zo tot in detail, of rekening houdend met het feit dat je jezelf ook kunt vrijspelen om vragen te stellen en te beantwoorden. Dit was voor mij echt een eyeopener en neem ik mee in mijn lessen. Wat ik ook heb meegenomen, is het nadenken over wat voor soort vragen je nu eigenlijk stelt. Rationeel weet je zelf wel dat er verschillende soorten vragen zijn, maar als je heel kritisch naar jezelf kijkt valt het kwartje dat je (te)vaak de ‘categorie 1 vragen’, ofwel de gesloten vragen stelt. Ik probeer nu meer ‘procesvragen’ te stellen. Dat betekent dat ik meer vraag naar het ‘hoe’. Bijvoorbeeld: ‘Wat heb je gedaan om op dit antwoord uit te komen?’ Door dit soort kleine veranderingen merk je dat leerlingen veel meer ‘aan’ gaan. Wanneer je een ´waarom vraag´ stelt, druk je iemand al snel in de verdedigende hoek. Maar vraag je naar hóe een leerling iets heeft gedaan, willen ze dat vaak best aan je uitleggen. Ik merk aan leerlingen dat ze eerder wel eens deden alsof ze heel druk in hun boek bezig wanneer je langs liep. Nu hoef ik niet eens meer een vraag te stellen, maar zeggen ze al meteen trots uit zichzelf: ‘kijk, ik heb dit zó gedaan!’ Dat is erg leuk om te zien en geeft mij ook meer energie en plezier in mijn werk. De relatie met de leerling is ontzettend belangrijk.”
Vince: “Wat het meeste helpt is dat we met collega’s over dit onderwerp spreken in de personeelsruimte. Daardoor word je zelf ook weer opgefrist en ga je nieuwe dingen proberen. Dit werk kan soms best chaotisch zijn, dus bepaalde theorie heeft soms de neiging om wat weg te zakken. Ik denk dat het voor mij ook zou helpen om nog vaker een soort haakje te krijgen in de vorm van een weekbericht vanuit school. Dat je denkt: oja, we gaan er weer mee aan de slag!”
“Wat het meeste helpt is dat we met collega’s over dit onderwerp spreken in de personeelsruimte.”
Rekening houden met het individu
Dave: “Wat mij aansprak aan de manier van de training volgen, was dat het heel concreet was. Je hoefde niet te gaan acteren, maar we oefenden veel met hoe je door de klas loopt en welke vragen je kunt stellen. Ik probeer altijd rekening te houden met het individu, maar vragen stellen kan in mijn beleving altijd. Natuurlijk let ik wel altijd op of ik een vraag plenair stel, of liever een op een, omdat sommige leerlingen nu eenmaal wat introverter of meer verlegen zijn dan anderen. Naar mijn mening kun je alles wat je tijdens de training leert bij elke leerling wel toepassen. Dit heeft ook te maken met eigen verantwoordelijkheid van de leerling. Wel is dit bij de onderbouw wat lastiger dan bij de bovenbouw, wat natuurlijk hoort bij de leeftijd. Als docent kun je er niet automatisch vanuit gaan dat de leerlingen altijd de verantwoordelijkheid nemen. Bepaalde dingen die je zelf logisch vindt, bijvoorbeeld op tijd in de les komen, is voor sommige leerlingen nog geen aangeleerd gedrag. Dit moet je dus gaan aanleren.”
Vince: “Ik denk dat iedere leerling uiteindelijk wel de kracht heeft om de regie zelf in handen te nemen. Sommige leerlingen komen zelfs al zo binnen van nature, bij anderen moet je er tot aan de laatste klas mee bezig zijn. Hierna moeten ze dat natuurlijk ook gaan kunnen voor bijvoorbeeld een vervolgopleiding, waar je niet meer dezelfde begeleiding krijgt als op de middelbare school.”
Ook benieuwd naar de training Didactisch Coachen en wil je weten wat de mogelijkheden zijn voor jouw team?
Klik hier voor meer informatie.
Benieuwd naar de ervaring van de schoolleiding van het Leidsche Rijn College over deze training? Je leest het hier. Ook spraken we docentcoaches Lilli en Nelleke, die ook enthousiast hun ervaring deelden.