fbpx
Heb je een vraag?
Stel hem ons persoonlijk!
1

✓ Beoordeeld met een 8,9

✓ 10+ jaar ervaring

✓ CRKBO & NRTO gecertificeerd

Gemiddelde
beoordeling

8.9

Alles over Didactisch Coachen| Blog

Zie je leerlingen die nauwelijks meedoen en weinig uit je les halen? Dat kan frustrerend zijn. Gelukkig is er een bewezen methode om hen te activeren: didactisch coachen. Door strategische vragen en gerichte feedback help je hen stap voor stap vooruit. Benieuwd hoe dit werkt? In deze blog ontdek je alles over didactisch coachen: van de kernprincipes en technieken tot praktische toepassingen in de klas. Of je nu een ervaren docent bent of net begint, deze aanpak helpt je om leerlingen actiever te betrekken en hun leerprestaties te verbeteren.

Wat is didactisch coachen?

Didactisch coachen is een effectieve manier om leerlingen te begeleiden. De docent draagt niet alleen maar kennis over, maar neemt daarnaast een coachende rol aan. Door middel van vragen stellen, gerichte feedback geven en aanwijzingen bieden, worden leerlingen gestimuleerd om zelfstandig te denken, kritisch te reflecteren en verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leerproces. In plaats van enkel instructies te geven en kennis passief over te dragen, helpt de docent de leerling om:

  • Zelfstandig na te denken en oplossingen te bedenken.
  • Kritisch te reflecteren op eigen leerstrategieën en prestaties.
  • Meer verantwoordelijkheid te nemen voor het leerproces.

Het gedachtegoed Didactisch Coachen is ontwikkeld door Lia Voerman en Frans Faber. Het concept van didactisch coachen komt voort uit een verschuiving in onderwijsfilosofie, waarbij traditioneel onderwijs plaatsmaakt voor meer interactief, leerlinggericht leren. Dit betekent niet dat de rol van de docent verdwijnt, maar eerder dat deze zich aanpast aan de behoeften van de leerling. De docent wordt een begeleider die de leerling helpt om op een effectieve manier doelen te bereiken.

Didactisch coachen helpt leerlingen te activeren en motiveren door:

  • Het stellen van denkstimulerende vragen
  • Het geven van effectieve feedback
  • Beperkt aanwijzingen geven
  • Op verschillende dimensies van de taak (inhoud, strategie) en lerende persoon (modus, leerstand en persoonlijke kwaliteiten).


Bekijk voor meer uitleg onze blog Didactisch Coachen: Wat is dat?

Het verschil tussen traditioneel lesgeven en Didactisch Coachen

In een traditioneel onderwijssysteem is de docent voornamelijk een kennisoverdrager. Leerlingen ontvangen informatie, maken opdrachten en worden beoordeeld op hun prestaties. Deze aanpak is vaak directief en minder gericht op de individuele leerbehoeften van de leerling. Bij didactisch coachen verandert deze dynamiek. De docent wordt een begeleider (‘coach’) die leerlingen ondersteunt bij hun leerproces door:

  • Het stellen van open vragen die reflectie en zelfregulatie stimuleren.
  • Actief luisteren en doorvragen om dieper leren te bevorderen.
  • Het geven van constructieve feedback waarmee leerlingen hun eigen leerstrategieën kunnen verbeteren.
  • Het creëren van een leeromgeving waarin fouten maken wordt gezien als een kans om te groeien.

    In onderstaande tabel zie je de verschillen:
KenmerkTraditioneel lesgevenDidactisch coachen
Rol van de docentInstructeur, kennisoverdragerCoach, begeleider
Rol van de leerlingPassiefActief
FeedbackGericht op prestaties/resultatenGericht op proces en groei
MotivatieExtern (cijfers, beoordeling)Intern (eigenaarschap)

De rol van de docent als coach

In de lespraktijk is een docent nooit slechts een kennisoverdrager. Als docent ben je ook de persoon die inspireert, begeleidt en structuur biedt. Volgens Marie Slooter heeft een docent verschillende rollen: 

  • Gastheer/gastvrouw: verwelkomt zijn leerlingen bij binnenkomst en maakt bewust contact met zijn leerlingen.
  • Presentator: vangt de aandacht van zijn leerlingen.
  • Didacticus: geeft instructie.
  • Pedagoog: zorgt voor een veilig klimaat.
  • De afsluiter: laat de leerlingen reflecteren en sluit zijn les op een effectieve manier af.
  • De coach: is een ervaren docent die focust op het leerproces van de individuele leerling.

Voor meer informatie over de zes rollen van de leraar lees je onze blog De zes rollen van de leraar.

Bron: eenmeesterinleren.nl

De rol van de docent als coach is de zesde rol. Deze is haalbaar wanneer een docent de andere rollen beheerst en kan worden ingezet in alle andere rollen. Immers maak je als docent vanuit de verschillende rollen keuzes voor je lessen en leerlingen vanuit een coachende houding in plaats van een leidende houding.

Dit vraagt van de docent een andere mindset. Het gaat niet meer alleen om ‘weten en uitleggen’, maar vooral om het ontwikkelen van coachvaardigheden, zoals:

  • Effectief vragen stellen.
  • Actief luisteren en samenvatten.
  • Leerlingen uitdagen om zelf tot oplossingen te komen.
  • Niet meteen antwoorden geven, maar leerlingen begeleiden in hun denkproces.

Waarom een extra rol als coach?

Onderzoek (Meijer et al., 2013) toont aan dat leerlingen betere leerprestaties behalen wanneer zij actief hun eigen leerproces reguleren. Zelfregulatie is een cruciale voorspeller van succes: leerlingen die hun leerproces zelfstandig kunnen sturen, denken bewuster na over hun aanpak, kiezen effectievere leerstrategieën en nemen zelfstandig beslissingen over het oplossen van problemen.

Om dit te bevorderen, is de rol van de docent als didactisch coach essentieel. Traditionele lesmethoden zoals voordoen, inoefenen en overlaten blijven belangrijk, net als kennisoverdracht, maar in de 21e eeuw vraagt onderwijs om méér. Leerlingen moeten niet alleen feiten kennen, maar ook begrijpen, toepassen, analyseren en creëren. Daarom moet de docent verder gaan dan instructie geven: hij helpt leerlingen ontdekken hoe ze leren en hoe ze taken aanpakken.

Een didactisch coachende docent:

  • Stelt vragen in plaats van direct antwoorden te geven.
  • Creëert een veilige leeromgeving waarin fouten maken mag.
  • Biedt uitdaging en ondersteunt op maat.
  • Stimuleert samenwerking en interactie tussen leerlingen.
  • Heeft een algemene coachhouding.

De algemene coachhouding is een houding van niet-weten, oprechte nieuwsgierigheid. Focus op uitzonderingen, wat wél goed gaat, wat wél lukt. De docent richt zich op het doel en niet op het probleem, en gelooft dat iedere leerlingen kwaliteiten heeft die gebruikt kunnen worden om oplossingen aan te dragen. De leerling is dus zelf expert van zijn eigen probleem. Meer informatie over de algemene coachhouding vind je in onze blog: Coachen in het Onderwijs ga eens op je handen zitten! 

De belangrijkste principes van Didactisch Coachen

Didactisch coachen is gebaseerd op een aantal kernprincipes die de basis vormen voor een effectieve coachende rol van de docent.

Principe 1: Didactisch coachen en het geven van feedback

Feedback geven is een krachtig hulpmiddel in het leerproces. Maar niet alle feedback is even effectief. Simpelweg zeggen dat een leerling iets “goed heeft gedaan” klinkt misschien positief, maar wat betekent dat precies? Wat heeft de leerling goed gedaan, en hoe kan hij of zij dat succes herhalen of verder verbeteren? Om echt impact te hebben, moet feedback méér zijn dan een algemeen compliment.

Goede feedback helpt leerlingen groeien. Het is specifiek, doelgericht en beknopt. Bovendien is de verhouding tussen positieve en negatieve feedback cruciaal: een verhouding van ongeveer 3:1 zorgt ervoor dat leerlingen zich gemotiveerd blijven voelen en niet ontmoedigd raken.

Twee soorten feedback

Er zijn twee belangrijke manieren van feedback geven:

  1. Progressiegerichte feedback – Dit richt zich op vooruitgang. Je laat de leerling zien hoe hij of zij zich heeft ontwikkeld. Bijvoorbeeld:
    “Vorige week vond je deze sommen nog lastig, maar nu heb je ze allemaal goed. Wat een vooruitgang!”
  2. Discrepantiefeedback – Hierbij leg je de nadruk op het verschil tussen de huidige prestatie en het gewenste niveau. Dit helpt de leerling om gerichter te verbeteren. Bijvoorbeeld: “Je hebt nog niet genoeg bronnen gebruikt bij het maken van deze opgave. Probeer er minstens drie toe te voegen.”

Feedback kan op twee verschillende manieren gegeven worden, namelijk progressiegericht en discrepantiefeedback:

  • Progressiefeedback richt zich op vooruitgang, zoals: “Vorige week vond je deze sommen nog moeilijk, maar nu zie ik dat je ze allemaal goed hebt, hartstikke goed zeg!”
  • Discrepantiefeedback vergelijkt de huidige prestatie met het gewenste niveau, bijvoorbeeld: “Je gebruikt nog onvoldoende bronnen bij het maken van de opgaven.”


De focus van je feedback

Naast de manier waarop je feedback geeft, is het ook belangrijk waarop je je feedback richt. Wil je vooral de inzet van de leerling benoemen, of juist de inhoud van het werk? Door hier bewust mee om te gaan, zorg je ervoor dat je feedback echt effect heeft. Je kunt feedback geven op:

  • De kwaliteiten van de leerling – Door persoonlijke eigenschappen te benoemen, versterk je het zelfvertrouwen:
  • De inhoud of taak – Gericht op de leerstof, zodat de leerling begrijpt wat goed gaat en wat beter kan:
  • De strategie of aanpak – Door aandacht te besteden aan hoe de leerling leert, help je hem of haar efficiënter te studeren:
  • De leerhouding en motivatie – Soms is het proces belangrijker dan het resultaat. Het erkennen van inzet kan een groot verschil maken:

De kracht van gerichte feedback

Door bewust om te gaan met de manier waarop je feedback geeft én waarop je je richt, maak je leren niet alleen effectiever, maar ook motiverender. Leerlingen voelen zich gezien, gewaardeerd en gestimuleerd om verder te groeien. En dát is precies wat je als didactisch coach wilt bereiken!

Principe 2: Didactisch coachen en het stellen van vragen

Feedback geven is een essentieel onderdeel van didactisch coachen, maar voordat je feedback kunt geven, moet je eerst de juiste vragen stellen. Niet zomaar vragen, maar vragen die leerlingen écht aan het denken zetten. Door vragen te stellen, creëer je een leeromgeving waarin leerlingen zelf tot inzichten en oplossingen komen, in plaats van direct een antwoord aangereikt te krijgen.

Een didactisch coachende docent stimuleert leerlingen om actief na te denken over hun leerproces. Dit gebeurt door gerichte vragen te stellen, zoals:

  • Wat denk je zelf dat de volgende stap is?
  • Hoe heb je dit probleem aangepakt en wat zou je anders kunnen doen?
  • Wat heb je nodig om verder te komen?

Deze vragen dwingen leerlingen om niet alleen na te denken over wat ze leren, maar ook hoe ze leren. Door dit soort vragen regelmatig te stellen, neem je als docent niet de rol van ‘antwoordspecialist’ in, maar die van coach, iemand die het denkproces van de leerling begeleidt.

Open en gesloten vragen

Effectief vragen stellen betekent dat je als docent bewust schakelt tussen open en gesloten vragen. Open vragen moedigen leerlingen aan om verder te denken en verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces. Gesloten vragen daarentegen kunnen nuttig zijn om snel tot de kern te komen of om voorkennis te activeren. De kunst is om beide soorten vragen op het juiste moment in te zetten.

Open en gesloten vragen

Volgens Voerman en Faber onderscheiden drie categorieën binnen het stellen van vragen:

  • Categorie 1-vragen: Feitenvragen en gesloten vragen. Bijvoorbeeld: “Welke manier van toetsen ga je toepassen?”
  • Categorie 2-vragen: Vragen die redeneren stimuleren. Bijvoorbeeld: “Hoe ga je je voorbereiden op de toets?”
  • Categorie 3-vragen: Vragen gericht op zelfregulering, reflectie en persoonlijke kwaliteiten. Bijvoorbeeld: “Wat maakt dat je dit nu veel beter kunt dan de vorige keer?”

Categorie 2- en 3 vragen nodigen het meest uit tot het geven van specifieke en progressiegerichte feedback. Voor meer informatie over de verschillende vragen lees je onze blog Didactisch Coachen voor Beginners.

Leerlingen activeren met vragen

Heb je een vraag gesteld? Wacht dan altijd even! Je geeft leerlingen dan langer de tijd om een goed antwoord te formuleren. Ook kun je willekeurige beurten geven of gebruikmaken van wisbordjes om leerlingen actief bij de les te betrekken. Wil je meer weten over alternatieven voor het opsteken van vingers tijdens de les? Lees onze blogs over Controle van begrip en Tips voor het geven van willekeurige beurten in de les.

Van vragen stellen naar leren

Door bewust om te gaan met de vragen die je stelt, help je leerlingen niet alleen bij het vinden van de juiste antwoorden, maar ook bij het ontwikkelen van zelfstandigheid en kritisch denkvermogen. Een docent die hoge verwachtingen heeft van zijn of haar leerlingen, stelt veel vragen, neemt de tijd voor antwoorden en gaat verder dan het eerste, makkelijke antwoord.

Didactisch coachen betekent dus meer dan alleen kennis overdragen. Het betekent leerlingen begeleiden in hun denkproces, hen uitdagen om verder te kijken en hen helpen om hun eigen leerroute uit te stippelen. Door de juiste vragen op het juiste moment te stellen, geef je niet alleen feedback, maar stimuleer je een diepgaand en blijvend leerproces.

Principe 3: Eigenaarschap en Zelfregulatie Stimuleren

Een belangrijk doel van didactisch coachen is dat leerlingen eigenaar worden van hun leerproces. Dit betekent dat ze:

✔️ Zelf doelen stellen.
✔️ Hun voortgang evalueren.
✔️ Reflecteren op hun leerstrategieën en verbeterpunten.

Door leerlingen te betrekken bij hun eigen leerproces, ervaren ze meer autonomie en raken ze intrinsiek gemotiveerd.

Principe 4: Aanwijzingen Geven bij didactisch coachen

Naast feedback kunnen docenten aanwijzingen geven over wat een leerling kan doen om vooruitgang te boeken. Dit verschilt van feedback, omdat aanwijzingen zich richten op toekomstige acties.

Door vragen te stellen, effectieve feedback te geven en duidelijke aanwijzingen te bieden, kunnen docenten leerlingen optimaal ondersteunen in hun leerproces.

Het belang van hoge verwachtingen bij didactisch coachen

Onderzoek toont aan dat docenten die hoge verwachtingen hebben, bijdragen aan betere leerresultaten. Het meest bekende onderzoek is visible learning van John Hattie (2012). Zijn onderzoek liet zien dat het hebben van hoge verwachtingen van leerlingen het grootste effect heeft op leren. Eerder schreven Rosenthal en Jacobson al over het Pygmalion Effect: Dit fenomeen verwijst naar situaties waarin hoge verwachtingen leiden tot betere prestaties en lage verwachtingen tot slechtere prestaties.

Volgens Rosenthal en Jacobson (1968) laten docenten met hoge verwachtingen het volgende gedrag naar hun leerlingen zien:

  • Veel uitdagende en verdiepende vragen stellen (aan alle leerlingen)
  • Aanwijzingen geven of korte instructies geven
  • Het geven van veel en gerichte feedback
  • Non-verbale en verbale vriendelijkheid.


Misschien herken je het didactisch coachen al in enkele van deze punten terug. Didactisch coachen is namelijk op deze uitgangspunten gebaseerd.

Meer weten?


Bronnen:
Lia Voeman & Frans Faber (2023). Didactisch Coachen: Hoge verwachtingen concreet maken met behulp vanfeedback, vragen en aanwijzingen. De Weijer Uitgeverij.

Hattie, J. (2009). Visible Learning: A Synthesis of Over 800 Meta-analyses Relating to Achievement. Routledge.

Meijer, J., Sleegers, P., Elshout-Mohr, M., van Daalen-Kapteijns, M. V., Meeus, W., & Tempelaar, D. (2013). The development of a questionnaire on metacognition for students in higher education. Educational Research, 55, 31-52.


Cursus Didactisch Coachen

Wil jij weten hoe je het Didactisch Coachen integreert in je lessen? Onze training ‘Didactisch coachen‘ zit vol praktische tips en is bedoeld voor docenten en onderwijsprofessionals die leerlingen op een bewezen effectieve manier willen begeleiden. Deze incompany cursus is geschikt voor het hoger onderwijs, basisonderwijs en het voortgezet onderwijs.

Gerelateerde trainingen

Incompany traject in het kort

Verkenning van de ontwikkelsituatie in jouw organisatie of team

Flexibele samenstelling van intern programma in goed overleg

Combinatie van teamtrainingen en individuele coaching

Praktijkgerichte oefeningen met werkplezier

Vraag onze brochure aan

Bekijk ons cursusaanbod

Verhalen uit het onderwijs

Coachtechnieken en werkvormen

Misschien vind je dit ook interessant?