fbpx
Heb je een vraag?
Stel hem ons persoonlijk!
1

✓ Beoordeeld met een 8,9

✓ 10+ jaar ervaring

✓ CRKBO & NRTO gecertificeerd

Gemiddelde
beoordeling

8.9

Alles over Expliciete Directe Instructie (EDI)| Blog

Wat maakt een les écht effectief? Expliciete Directe Instructie (EDI) is een bewezen methode om leerlingen beter te laten leren, ongeacht hun niveau. Maar wat houdt deze aanpak precies in, en hoe breng je het in de praktijk? In dit artikel duiken we in de wereld van EDI en ontdek je alles over deze gestructureerde onderwijsmethode die al jarenlang indruk maakt in het onderwijs.

We bespreken de volgende onderwerpen:

Wat is expliciete directe instructie (EDI)?

Expliciete Directe Instructie (EDI) is een bewezen effectieve manier van lesgeven waarbij de docent de leerstof op een duidelijke en gestructureerde manier uitlegt. Dit gebeurt stap voor stap, zodat leerlingen het makkelijk kunnen volgen. De leraar controleert regelmatig of de leerlingen de uitleg goed begrijpen en helpt ze waar nodig. Docenten fungeren als het ware als een  expert die hun cognitieve processen zichtbaar maken voor hun leerlingen. Door duidelijke uitleg, herhaling en oefening helpt EDI leerlingen niet alleen nieuwe kennis te verwerven, maar ook dat zij deze goed onthouden. Het model is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en is bewezen effectief voor allerlei soorten leerlingen, van jonge kinderen tot volwassenen.

Directe instructie is een gestructureerde manier van lesgeven, die een grote impact heeft op de leerresultaten. Kenmerkend is de stapsgewijze aanpak, waarbij de leraar sturend is, maar ook de leerlingen activeert. Daarvoor zijn verschillende didactische technieken beschikbaar. Directe instructie wordt met succes toegepast in basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs. (Bron: NRO)

Wat zijn de voordelen van een EDI les?

Het geven van een EDI les heeft verschillende voordelen:

  • Leerlingen vinden lessen met directe instructie prettig, omdat ze actief bij de les worden betrokken en succeservaringen opdoen;
  • Directe instructiemodellen zijn bewezen effectief;
  • EDI verkleint de kansenongelijkheid in de klas;
  • Vooral leerlingen van praktisch opgeleide ouders profiteren sterk van een direct instructiemodel, omdat zij vaak met minder voorkennis starten op school.

Hoe ziet een EDI-les eruit?

Een EDI-les is opgebouwd uit verschillende lesfasen. Van het stellen van duidelijke lesdoelen tot het begeleiden van zelfstandige verwerking: elke stap is ontworpen om leerlingen stap voor stap naar succes te begeleiden.

De lesfasen van een EDI-les

  1. Lesdoel en succescriteria formuleren
    De les begint met een helder doel. Leerlingen weten wat ze gaan leren en hoe succes eruitziet.
  2. Activeren van voorkennis
    De leraar brengt in kaart wat leerlingen al weten. Nieuwe kennis landt beter als deze aansluit op bestaande kennis.
  3. Nieuwe lesstof presenteren
    De docent biedt de leerstof stap voor stap aan en checkt regelmatig of deze goed wordt begrepen.
  4. Begeleide inoefening
    Leerlingen oefenen samen met de docent, die hen ondersteunt met directe feedback.
  5. Kleine lesafsluiting
    Hier wordt het leerdoel getoetst: begrijpen de leerlingen het?
  6. Zelfstandige verwerking
    Leerlingen passen de stof toe in hun eigen werk en de docent helpt om succeservaringen te stimuleren.
  7. Verlengde instructie
    Leerlingen die nog moeite hebben, krijgen extra ondersteuning.
  8. Grote lesafsluiting
    De docent herhaalt de belangrijkste leerpunten en reflecteert met de klas.

Deze stapsgewijze aanpak helpt leerlingen beter te leren, betrokken te blijven bij de les en de kennis goed vast te houden. Elke stap bouwt voort op de vorige, wat resulteert in een diep begrip van de lesstof. Wil je meer uitleg en tips over de stappen van het EDI model? Lees dan onze blog Een effectieve les met de stappen van het EDI-Model.

De 4 belangrijke technieken van een EDI les

Naast de lesfasen van het EDI model zijn er vier belangrijke technieken die tijdens de lesfasen worden ingezet. Dit zijn de volgende technieken:

  1. Actieve verwerking: EDI is geen methode waarbij leerlingen alleen passief luisteren. Ze moeten actief meedoen: opdrachten maken, vragen beantwoorden, of samenwerken met anderen. Dit zorgt ervoor dat ze de informatie beter begrijpen en onthouden.
  2. Controleren van begrip: Tijdens de les is het essentieel om te controleren of de leerlingen de stof daadwerkelijk begrijpen. Dit gebeurt door vragen te stellen, korte oefeningen te doen, of willekeurig beurten te geven. Op deze manier kan de docent snel inschatten of er iets niet begrepen wordt en kan de uitleg direct worden aangepast. In onze blog Leerlingen activeren: Tips voor het geven van willekeurige beurten in de les vind je meer tips en technieken om dit in jouw les toe te passen.
  3. Feedback: Directe en duidelijke feedback helpt leerlingen te begrijpen wat ze goed doen en waar ze moeten verbeteren. Ook geef je tijdens een EDI les feedback aan individuele leerlingen. Dit zorgt ervoor dat ze snel leren van hun fouten. Dit gebeurt vaak tijdens de begeleide inoefening, maar ook bij het zelfstandig werken.
  4. Herhaling: Herhaling helpt leerlingen de stof beter te onthouden. Door de informatie regelmatig terug te halen en toe te passen, blijft de kennis beter hangen.
edi model

Bron: https://gewoongoedlesgeven.nl/kijkwijzer-edi/

De rol van De de docent

In het EDI-model wordt de leraar gezien als een actieve gids en facilitator in het leerproces. Dit is een belangrijk verschil met minder gestructureerde instructiemethoden, waarbij leerlingen soms te veel op zichzelf zijn aangewezen. Onderwijskundige Siegfried Engelmann, zei het als volgt: “Als een kind niet heeft geleerd, heeft de leerkracht niet onderwezen.” Oftewel: als een leerling faalt, ligt de schuld niet bij de leerling, maar bij de instructie van de leraar.

Daarom zijn docenten tijdens EDI-lessen voortdurend bezig met het controleren van de voortgang van hun leerlingen. Dit gebeurt door middel van verschillende technieken, zoals het stellen van vragen, het bieden van denktijd, en het geven van willekeurige beurten. De leraar controleert of de leerlingen de lesstof begrijpen en bepaalt of ze klaar zijn voor de volgende stap. Door het stellen van veel vragen, kunnen leerlingen hun begrip tonen en wordt hun betrokkenheid vergroot.

De verantwoordelijkheid verschuift: van docent naar leerling (ik, wij, jullie, jij)

In een EDI-les verschuift de verantwoordelijkheid geleidelijk van de docent naar de leerling. Dit helpt de leerlingen steeds zelfstandiger te worden. Hier zijn de vier fases:

  • 1. De ‘Ik-Fase’: In deze fase legt de docent alles uit. De leerlingen kijken en luisteren, maar doen nog niet actief mee. Het is belangrijk om hier de basis te leggen en te laten zien wat ze moeten leren.
  • 2. De ‘Wij-Fase’: Nu werken de docent en de leerlingen samen. De docent toont een stap, en de leerlingen volgen. De docent kan direct helpen en corrigeren als dat nodig is.
  • 3. De ‘Jullie-Fase’: In deze fase krijgen de leerlingen meer verantwoordelijkheid. Ze maken een opdracht zelf, maar de docent blijft toezicht houden en geeft feedback. Dit helpt te zien wie de stof goed begrijpt en wie nog extra uitleg nodig heeft.
  • 4. De ‘Jij-Fase’: De leerlingen werken nu zelfstandig. Ze krijgen pas volledige verantwoordelijkheid als de docent zeker weet dat ze de stof begrijpen. Voor leerlingen die nog extra hulp nodig hebben, is er verlengde instructie.

Deze vier fases zorgen ervoor dat leerlingen stap voor stap meer controle krijgen over hun eigen leerproces. Lees onze blog Zo bereik je zelfstandigheid met het EDI-model voor meer informatie over dit onderwerp.

Door deze aanpak toe te passen, zorg je ervoor dat je lessen gestructureerd zijn en dat elke leerling betrokken blijft bij het leerproces. Wil je meer tips over hoe je EDI in jouw lessen kunt toepassen? Lees dan de praktische tips van trainer Ilse.

EDI en Basisvaardigheden: Taal, Rekenen en Begrijpend Lezen

Expliciete Directe Instructie (EDI) is bijzonder effectief bij het onderwijzen van basisvaardigheden zoals taal, rekenen en begrijpend lezen. Neem als voorbeeld rekenonderwijs. EDI deelt abstracte concepten op in eenvoudige, begrijpelijke stappen. Hierdoor kunnen leerlingen van basisbegrip doorgroeien naar complexere vaardigheden.

Wat maakt EDI zo geschikt voor rekenonderwijs?

  1. Gestructureerde probleemoplossing: Docenten modelleren elke stap in het oplossen van wiskundige problemen, zoals het analyseren van de vraag, kiezen van een strategie en evalueren van het antwoord.
  2. Stapsgewijs leren: Nieuwe rekenconcepten worden geleidelijk geïntroduceerd, zodat leerlingen elk onderdeel beheersen voordat ze verdergaan.
  3. Misvattingen aanpakken: Veelvoorkomende fouten, zoals verkeerde aannames over breuken of negatieve getallen, worden direct gecorrigeerd via begripstoetsen en feedback.
  4. Formatieve evaluatie: Door regelmatig te checken met quizzes of wisbordjes, krijgt de docent direct inzicht in wat leerlingen begrijpen en waar ze extra hulp nodig hebben.


Met EDI leren leerlingen niet alleen hoe ze rekenproblemen oplossen, maar ontwikkelen ze ook zelfvertrouwen en diep begrip van wiskundige concepten.

Hoe effectief is EDI?

EDI is een bewezen effectieve methode die leerlingen stap voor stap helpt toe te werken naar zelfstandigheid. Dankzij de gestructureerde aanpak van EDI leer je nieuwe informatie in kleine, begrijpelijke stappen, wat ervoor zorgt dat leerlingen complexere concepten makkelijker kunt begrijpen. Het model maakt gebruik van verschillende technieken die ervoor zorgen dat je niet alleen nieuwe kennis opdoet, maar deze ook goed verwerkt en onthoudt. Doordat de docent regelmatig feedback geeft en je de kans krijgt om de stof meerdere keren te oefenen, zijn leerlingen in staat om de kennis diepgaand te begrijpen en toe te passen.

EDI komt oorspronkelijk uit de onderwijsmethode Directe Instructie, ontwikkeld door de Amerikaanse pedagogen Siegfried Engelmann en Barak Rosenshine in de jaren 60. Dit model werd snel populair. Rosenshine stelde een lijst op van 10 belangrijke onderwijsprincipes. Hoeveel van de volgende principes herken jij uit jouw eigen lessen?

 De docent…

  1. herhaalt dagelijks de essentiële voorkennis uit vorige lessen;
  2. presenteert nieuwe leerstof in kleine stappen: laat leerlingen een stap inoefenen en gaat pas verder als ze die stap beheersen; 
  3. stelt veel vragen, zodat hij/zij kan vaststellen hoe goed er is geleerd; 
  4. modelt, denkt hardop of biedt uitgewerkte voorbeelden om de specifieke stappen te verduidelijken; 
  5. (bege)leidt leerlingen bij het inoefenen van nieuwe leerstof; 
  6. gaat na of alle leerlingen het begrepen hebben; 
  7. zorgt dat de leerlingen succes ervaren;
  8. biedt ondersteuning voor moeilijke taken; 
  9. eist en monitort zelfstandige oefening; 
  10. herhaalt de leerstof wekelijks, maandelijks.

Aanvankelijk bleek Directe Instructie veel betere resultaten te behalen dan negen andere onderwijsmethoden op gebieden zoals lezen, wiskunde, spelling en taal. Een bekend voorbeeld is het onderzoek van Hattie uit 2009, waarin Directe Instructie werd genoemd als een van de meest effectieve onderwijsmethoden, gebaseerd op 800 eerdere studies. Een interventie met een effectgrootte van 0.4 of hoger wordt door Hattie beschouwd als effectief. Met een effectgrootte van 0.59 lijkt dus bijzonder effectief te zijn.


Door de jaren heen is er veel kritiek gekomen op het onderzoek van Hattie, met name vanuit de constructivistische hoek. Op de blog https://visablelearning.blogspot.com/ vind je een verzameling van al deze kritiek.

Desondanks wijzen verschillende onderzoeken nog steeds op de effectiviteit van directe instructie. Met name leerlingen die een leerachterstand hebben lijken veel baat te hebben bij EDI. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat leerlingen die instructie krijgen in spelling vaak beter kunnen spellen dan leerlingen die geen instructie krijgen. Voor leerlingen met leerproblemen (waaronder lees- en spellingproblemen en dyslexie) blijkt uit een overzichtsstudie dat expliciete instructie helpt bij het verbeteren van spellingprestaties.

Het grootste onderzoek naar effectieve lesmethoden is Project Follow Through, waarin 200.000 leerlingen tien jaar lang werden gevolgd. Leerlingen die DI kregen, behaalden betere resultaten dan diegenen die andere lesmethoden volgden. Verder onderzoek toont aan dat DI werkt voor verschillende leerlingen en in diverse onderwijssituaties.

Volgens de NPO-menukaart met succesvolle onderwijsinterventies is Directe Instructie ‘een van de meest grondig onderzochte interventies in het onderwijs. De effectiviteit is niet alleen aangetoond met afzonderlijke studies, maar ook met enkele grootschalige meta-analyses.’ Gemiddeld levert Directe Instructie een leerwinst op van 7 maanden, volgens een recente meta-analyse van 400 studies. Het heeft positieve effecten op alle leerlingen, maar vooral op leerlingen met een leerachterstand. Kinderen van ouders met een lagere opleiding profiteren hier het meest, omdat zij vaak met minder voorkennis beginnen.

Directe Instructie is zeer geschikt om het onderwijs aan te passen aan de verschillende niveaus van leerlingen, wat het effectief maakt voor het verkleinen van leerachterstanden. De positieve effecten van DI zijn vooral zichtbaar in taal, rekenen en zaakvakken in het primair onderwijs, en in vakken als scheikunde, natuurkunde, wiskunde en maatschappijleer in het voortgezet onderwijs. Er zijn echter geen overtuigende effecten gevonden op de houding en het zelfbeeld van leerlingen. Er zijn geen significante positieve of negatieve veranderingen in deze gebieden.


Het verschil tussen Directe Instructie en Expliciete Directe Instructie (EDI)

In 2009 introduceerden Dr. Silvia Ybarra en John Hollingsworth hun eigen versie van directe instructie, genaamd Expliciete Directe Instructie (EDI). Dit model is gebaseerd op het werk van onderzoekers zoals Rosenshine, Marzano en Sousa, samen met uitgebreid lesonderzoek.

Wat EDI anders maakt dan andere directe instructiemodellen, is de ‘kleine lesafsluiting’. Dit betekent dat de docent eerst controleert of de leerlingen het leerdoel hebben bereikt, voordat ze zelfstandig aan de slag gaan. Zo voorkomt de docent dat leerlingen verkeerde informatie in hun geheugen opslaan.

Hoewel EDI leraargestuurd is, wordt er veel aandacht besteed aan het activeren van de leerlingen. Dit gebeurt door middel van modeling (waarbij de leraar het proces voordoet) en door gerichte feedback te geven.

De Psychologische Basis van EDI

Expliciete Directe Instructie is sterk geworteld in cognitieve psychologie. Het model sluit nauw aan bij het Cognitive Load Theory van John Sweller. Volgens deze theorie heeft het werkgeheugen een beperkte capaciteit, en daarom moeten lessen zodanig worden ontworpen dat deze cognitieve belasting minimaliseren.

Belangrijke principes van cognitieve psychologie die bij EDI worden toegepast:

  1. Dual Coding Theory: Het combineren van visuele en verbale informatie maakt het leren effectiever.
  2. Spaced Repetition: Informatie die regelmatig herhaald wordt, blijft beter hangen.
  3. Scaffolding: Door complexe taken op te splitsen in kleinere stappen, kunnen leerlingen gemakkelijker leren.

Het expliciet en gestructureerd overbrengen van informatie helpt leerlingen niet alleen om nieuwe kennis te begrijpen, maar ook om deze goed op te slaan in hun langetermijngeheugen.

De rol van formatieve evaluatie bij Expliciete Directe Instructie

Expliciete Directe Instructie (EDI) en formatieve evaluatie zijn nauw met elkaar verbonden. Beide richten zich op het voortdurend controleren of leerlingen de stof begrijpen en passen de les aan op basis van wat de leerlingen nodig hebben.

  • Continue controle van begrip: In het EDI-model wordt er constant gecontroleerd of leerlingen de stof begrijpen, bijvoorbeeld door vragen te stellen en opdrachten te laten maken. Dit is een vorm van formatieve evaluatie, waarbij de docent in real-time feedback geeft en aanpassingen maakt in de les om het leren te ondersteunen.
  • Directe feedback: Tijdens een EDI-les wordt er veel gebruik gemaakt van directe feedback om te zorgen dat leerlingen correct leren en geen verkeerde kennis verwerven. Dit sluit aan bij het idee van formatieve evaluatie, die gericht is op het verbeteren van het leerproces door tussentijdse feedback.
  • Herhaling en bijsturing:
  • In EDI wordt ook veel herhaald en bijgestuurd op basis van de voortgang van de leerlingen. Dit komt overeen met het doel van formatieve evaluatie: het proces verbeteren terwijl het nog bezig is, om uiteindelijk betere leerresultaten te behalen.

Zelf een EDI les ontwerpen: 7 tips

Een EDI-les ontwerpen vereist een gestructureerde aanpak die ervoor zorgt dat alle onderdelen bijdragen aan het leerdoel. Volg onze tips om zelf een effectieve EDI-les te creëren:

  1. Bepaal het leerdoel
    Bekijk de leerlijn van het vak en kies een concreet, meetbaar doel dat past bij de les.
  2. Kies een passende opdracht
    Selecteer een opdracht voor zelfstandige verwerking die aansluit op het leerdoel.
  3. Plan de uitleg van het concept en de belangrijkste vragen
    Beschrijf kort hoe je de stof uitlegt en formuleer de belangrijkste vragen om begrip te controleren.
  4. Werk de instructie uit
    Noteer hoe je de vaardigheden aanleert, inclusief voorbeelden voor begeleide inoefening en geavanceerde voorbeelden voor de lesafsluiting.
  5. Maak voorkennis actief
    Ontwerp een activiteit om relevante voorkennis te activeren en aan te sluiten op de nieuwe stof.
  6. Bereid lastige onderdelen voor
    Identificeer de moeilijkste delen van de les en bedenk strategieën om deze te verduidelijken.
  7. Controleer variatie in opdrachten
    Controleer of de zelfstandige verwerking een gevarieerde toepassing van het geleerde biedt.

Met deze aanpak creëer je een les die duidelijk, doelgericht en effectief is, en die leerlingen optimaal ondersteunt in hun leerproces.

Waar moet je rekening mee houden bij het toepassen van EDI in je lessen?

Voordat je Expliciete Directe Instructie in je lesomgeving toepast, zijn er een aantal belangrijke zaken om rekening mee te houden:

  1. Kies de juiste variant van Directe Instructie
    Er zijn verschillende varianten van het directe-instructiemodel. Naast EDI is er ook Interactief Gedifferentieerde Directe Instructie (IGDI) en Activerende Directe Instructie (ADI). Het is belangrijk om te kiezen voor de variant die het beste past bij de behoeften van jouw school en leerlingen.
  2. Zorgvuldige implementatie
    Het succesvol implementeren van EDI vereist een zorgvuldige en gezamenlijke aanpak. Het is een teamaangelegenheid waarbij leraren elkaar ondersteunen door middel van intervisie, lesbezoek en overleg. Dit zorgt ervoor dat iedereen zich bewust is van de doelen en het proces van EDI.
  3. Gebruik niet alleen de fases, maar ook de technieken
    Bij EDI gaat het niet alleen om de stappen in het model, maar ook om het effectief toepassen van didactische technieken zoals het controleren van begrip, het activeren van leerlingen en het herhalen van de stof. Zorg ervoor dat deze technieken geïntegreerd zijn in elke fase van de les.
  4. Kies voor een schoolbrede implementatie
    Om de effectiviteit van EDI te maximaliseren, is het belangrijk om het model schoolbreed toe te passen. Dit betekent dat het voor alle jaargroepen vergelijkbare didactische aanpakken moet hanteren. Dit zorgt voor consistentie en vergroot de kans dat leerlingen optimaal profiteren van de methode, ongeacht in welk leerjaar ze zich bevinden.

Meer weten?

Door deze aanpak toe te passen, zorg je ervoor dat je lessen gestructureerd zijn en dat elke leerling betrokken blijft bij het leerproces. Wil je als docent meer halen uit je leerlingen? Lees dan de praktische tips van trainer Ilse of probeer het EDI-model eens uit in je eigen lessen!

Bronnen:
Hollingsworth, J., & Ybarra, S. (2023). Expliciete Directe Instructie 2.0 (EDI): Tips en technieken voor een goede les. Pica.

Rosenshine, B. (2012). Principles of Instruction: Research-based Strategies That All Teachers Should Know. American Educator, 36(1), 12–39.

Hattie, J. (2009). Visible Learning: A Synthesis of Over 800 Meta-analyses Relating to Achievement. Routledge.

Kirschner, P. A. (2013). Ten Instructional Principles. Research in Education and Learning.

Schmeier, M. (2022). Expliciete directe instructie in het voortgezet onderwijs: een praktische gids voor docenten. Pica.


Cursus Expliciete Directe Instructie (EDI)

Wil jij weten hoe je het EDI-model toepast in je lessen? Onze training ‘EDI (Expliciete directe Instructie)‘ is bedoeld voor docenten en onderwijsprofessionals die leerlingen op een bewezen effectieve manier willen begeleiden. Deze incompany cursus is geschikt voor het hoger onderwijs, basisonderwijs en het voortgezet onderwijsniveaus.

Gerelateerde trainingen

Incompany traject in het kort

Verkenning van de ontwikkelsituatie in jouw organisatie of team

Flexibele samenstelling van intern programma in goed overleg

Combinatie van teamtrainingen en individuele coaching

Praktijkgerichte oefeningen met werkplezier

Vraag onze brochure aan

Bekijk ons cursusaanbod

Verhalen uit het onderwijs

Coachtechnieken en werkvormen

Misschien vind je dit ook interessant?